Rodenbach is zonder twijfel het gekendste van de Vlaamse roodbruine bieren. Niet alleen het bier is bijzonder, ook het geslacht Rodenbach. Zo voerde Pedro Rodenbach, die in 1836 de brouwerij stichtte, in 1830 mee de Belgische omwenteling aan. Constantijn Rodenbach was dan weer de auteur van de Brabançonne. En het was Eugène Rodenbach die het bier zijn unieke karakter bezorgde. Hij optimaliseerde het rijpingsproces op eikenhouten foeders.

De wereldvermaarde foederzalen met hun 294 vaten zijn beschermd als industrieel erfgoed. Het oudste vat dateert nog uit de beginperiode van de brouwerij. De vaten zijn allemaal van Franse eik en werden ter plaatse gebouwd. Twee kuipers zijn nog steeds in dienst om de vaten te onderhouden en te herstellen. In de vaten rijpt maar liefst 75.000 hl Vlaams roodbruin bier.