Confiserie Thijs
Confiserie Thijs is een artisanale snoepjesfabriek en nog steeds een familiebedrijf, opgericht in 1931 in Sint-Niklaas.
De Oost-Vlaamse lekstokken of TV-knotsen werden eerst als nougat-lolly’s ontwikkeld door grootvader Arthur. Hij kookte een redelijk harde nougatmassa, die dan met de hand werd gekneed en afgekoeld. Daar werd dan een lange worst van gerold. Met een schaar werden er dan kleine stukjes van die worst gesneden. Deze stukjes werden dan “opgebold”, en als ze van de juiste temperatuur waren, werd daar een houten stokje in gestoken, om dan verder te laten afkoelen. Deze lekstokken hadden allemaal aan de bovenkant een kleine platte kant door het afkoelen. Eens deze koud genoeg waren, werden ze in de chocolade gedopt, en werden ze op een boterpapier geplaatst, om de chocolade te laten stollen. Dit waren de eerste nougatlollies.
Later werd het productieproces geoptimaliseerd. Eerst door middel van een band met houten blokken, later door een kleine machine die de lekstokken één voor één vormde. Het stokje moest er wel nog met de hand worden ingestoken. In het jaar 1952 ontwierp en ontwikkelde Arthur Thijs, samen met de machinefabriek Acquarius, de allereerste "lollyproductiemachine". De firma Acquarius (nu CFS- Weert) is ondertussen wereldleider geworden in machines voor lolly’s.
Kleinzoon Joris Thijs leidt vandaag de snoepjesfabriek, en tot op heden worden de lekstokken nog altijd op een identieke manier gemaakt.