"Slos"
Of snol, of sjol, ... zijn dikke bloedworsten uit de Denderstreek. Je bakt ze lekker krokant in schijfjes!
In de Denderstreek worden naast gewone zwarte pensen ook dikke bloedworsten bereid. Ze hebben echte streeknamen zoals slos (Vlierzele, Geraardsbergen), snol (Liedekerke), sjol (Ninove) … . In schijfjes gesneden en gebakken spreekt een Aalstenaar over “blinkdozen”. De dikke bloedworst krijgt haar typische vorm door het gebruik van “varkens na einden” (varkensaarsdarm), soms is deze niet voorradig en dan wordt de typische varkensdarm vervangen door een rechte runderdarm.
Slager Robby nam het recept over van de oorspronkelijke Vlierzeelse slagerij Beerens. Het recept gaat terug tot 1952 met als traditionele ingrediënten o.a. broodkorsten, bloed, keelstuk, longen en rauwe ui. De slos is licht gekruid maar heeft een volle smaak dankzij het kookvocht. De dikke bloedworsten worden namelijk als laatste gekookt, na de witte en zwarte trippen. Het kookvocht heeft zo extra smaak gekregen en dat proef je. De slos is lekker in schijfjes, warm en koud!