Smout uit de Kempen
Smout was niet alleen de boter van de arme man, maar werd ook gebruikt als bewaarmiddel voor vers vlees en zelfs als zalf.
Productfiche
- Herkomst: Antwerpen
- Type product: dierlijk vet
- Gebruik: op de boterham of vetstof om te bakken
Smout maken
Smout maakt deel uit van ons culinair erfgoed. Het was niet alleen de boter van de arme man, maar werd ook gebruikt als bewaarmiddel voor vers vlees en zelfs als zalf. Ambachtelijk smout maken is een intensief karwei: het gemalen liesvet wordt gedurende 3 uren onder voortdurend roeren gekookt; nadien volgt het afkoelingsproces waarbij opnieuw regelmatig geroerd wordt. Resultaat is een homogene smeuïge massa die ook nog eens lang bewaart. Dit lange proces zorgt er ook voor dat het smout niet wit maar licht gekleurd is.
Kempische smout is zeer licht gekruid, met peper en zout, en zonder kaantjes (restjes spek). Het is ideaal als bakmiddel. Voor op de boterham strooit men er nog wat zout op en/of bruine kandijsuiker… pure nostalgie!
FAQ’s
Wat is smout en wat is het verschil met reuzel?
Smout, ook wel reuzel genoemd, is dierlijk vet. Het wordt verkregen door het spek, voornamelijk van de varkensbuik, te smelten. Wat overblijft is het gesmolten vet en niet-smeltbare restjes. Dit noemen we de kaantjes.
Worden smoutebollen in deze vetstof gebakken?
Neen, de term smout werd ook gebruikt voor een plantaardige olie geslagen uit raap- of koolzaad. Het slagen van olie gebeurt in een slagmolen. Je vindt de term ook terug in de familienaam "Olieslaeger".