De oorsprong van "Tripel" bier
Jef Van den Steen schreef voor het Bier Passie Magazine in 1998 een artikel over wat hij in de eerste paragraaf "de heilige Drievuldigheid" noemt, namelijk de drie bierensoorten die hun oorsprong in een abdijbrouwerij vinden: dubbel, tripel en quadrupel. Met hun alcoholgehalte van rond de 7 vol % (dubbel), 8 tot 9.5 vol % (tripel) en 10 vol % en meer (quadrupel) vormen zij een niet onbelangrijk deel van de sterk alcoholische bieren waarvoor België wereldwijd bekend is.
We delen met jullie graag de informatie die Jef als bierjournalist verzamelde over het biertype tripel, een stukje biererfgoed. Het Vicaris bier van Brouwerij Dilewyns ontving in oktober 2024 een erkenning als traditionele tripel.
Sterke blonde bieren na WOI
Tijdens het interbellum, de periode tussen de twee wereldoorlogen, beginnen steeds meer Belgische brouwers te experimenteren om sterker alcoholische bieren te brouwen. Nog bestaande voorbeelden hiervan zijn onder andere Victoria Ale (1923 – 8.5 vol % alc. van brouwerij Moortgat, later Duvel genoemd) en Bush Beer (1933 – 12 vol % alc. van brouwerij Dubuisson).
Deze evolutie zou wel eens het gevolg kunnen zijn van de invoering van de zogenaamde ‘Wet Vandervelden’. De politicus naar wie deze wet is genoemd, Emile Vandervelden (1866 – 1938), was een belangrijk socialistische voorman en een fervent bestrijder van alcohol. Deze ‘Wet op het regiem van den alcohol’ bepaalde dat het schenken van sterke drank (vooral jenever) verboden werd in alle openbare instellingen, denk hierbij vooral aan cafés. De verkoop bleef toegestaan, maar dan wel in hoeveelheden van minstens twee liter met als achterliggende gedachte dat een alcoholist niet over zoveel geld beschikte.
Maar dit kan uiteraard niet de enige reden zijn van de interesse voor sterk alcoholische bieren. Zo zal ook de nieuwe en betere brouwinstallaties een rol gespeeld hebben. Omdat de Duitse bezetter in veel brouwerijen het koperwerk had opgeëist waren deze brouwers verplicht ofwel te stoppen, ofwel zich een nieuwe brouwinstallatie aan te schaffen. Deze nieuwe en moderne installaties konden een grotere moutstorting aan.
Een derde reden? De stijgende import van sterkere alcoholische bieren uit het buitenland, Duitsland en Engeland voorop, noopte de Belgische brouwers tot reageren. Reeds voor de oorlog maakte de uit Duitsland ingevoerde laag gegiste pils en de uit Engeland ingevoerde hoog gegiste pale ale opgang.
En tot slot: steeds meer gingen brouwers gist gebruiken uit Engeland, giststammen die hogere alcoholgehaltes aankonden. In deze evolutie speelde George Maw Johnson een belangrijke rol. Deze uit Canterbury afkomstige Engelse brouwer vestigde zich in 1883 in België adviseerde tal van Belgische brouwerijen die hij van gist voorzag uit zijn vaderland.
Deze vier redenen verklaren misschien wel de opkomst van de sterk alcoholische bieren, maar op het succes was het toch nog wachten tot na de tweede wereldoorlog, grotendeels te danken aan de stijging van de levensstandaard.
Terug naar Westmalle!
Op 2 september 1933 keurde de in het kapittel bijeen gekomen gemeenschap de bouw goed van een geheel nieuwe brouwerij en op 5 februari 1934 werd de bouw ervan begonnen. In deze nieuwe brouwerij werd eerst het brouwproces volledig herzien en tot in de laatste functionele details bestudeerd.
Vervolgens werd een eerste poging ondernomen om een ‘superbier’ te brouwen dat achteraf de naam tripel meekreeg. Dit bier werd afgeleid uit de blonde, die sinds 1931 sporadisch werd gebrouwen en opnieuw speelt het gebruik van – ditmaal witte – kandij een belangrijke rol. Deze tripel kreeg in 1956 zijn definitief complex karakter, toen br. Thomas de delicate hoppigheid introduceerde. Sindsdien is het recept ongewijzigd gebleven.
Naar dit voorbeeld zijn de hedendaagse tripels hoog gegiste bieren met hergisting in de fles. Zij bevatten 7.5 tot 9.5 vol % alc. De kleur kan variëren van goudblond tot licht amber en het schuim is wit. De geur kan zowel kruidig, moutig als hoppig zijn. De smaak is vol en rijk, veel body met een mooie balans tussen mout en hop.
Voor techneuten: kleur tussen10 en 25 EBC, bitterheid 15 (de zoetste tripels) tot 40 IBU (onder andere Chimay tripel, de bitterste).
WESTMALLE TRIPEL - 9.5 vol % alc. – kleur 10 EBC – bitterheid 39 IBU
De Westmalle tripel is warm goudblond van kleur; de verbazend fijne en overvloedige pareling doet denken aan champagne (ooit was de koosnaam ‘champagne campinois). De schuimkraag is wit, romig, overvloedig en laat een fijn kantwerk achter op het glas. Deze tripel is een complex bier: in de geur strijden fruitigheid (overrijpe banaan), fijne hoppigheid en zachte moutigheid om de aandacht. Het smaakpalet is al even complex: het bier voelt in de mond romig aan , delicaat moutzoet ook zonder plakkerig over te komen en tegelijk fruitig en bitterig, sinaasappelachtig als het ware. De afdronk is lang, droog en aangenaam bitter.
Andere voorbeelden van deze stijl: nagenoeg alle abdijbieren hebben wel een tripel, denk bij voorbeeld aan Affligem tripel, Grimbergen tripel, Maredsous tripel, Tongerlo tripel en zo voort, maar er bestaan ook wel tripels buiten de abdijbieren sector, Brugge tripel bij voorbeeld, om nog te zwijgen over Chimay triple, een trappist.