De Vlaamse laurier gaat voor Europese erkenning
Na de Gentse azalea gaat nu ook de Vlaamse laurier voor een Europese erkenning als streekproduct (Beschermde Geografische Aanduiding).
De Vlaamse lauriervereniging overhandigt vandaag haar dossier aan het kabinet van Kris Peeters, die het doorgeeft aan haar administratie voor verdere opvolging.
De Vlaamse laurier komt in aanmerking voor het Europese label van de Beschermde Geografische aanduiding (BGA). Een streekproduct met een BGA heeft faam die gelinkt is aan een bepaalde streek.
Het grote voordeel van een Europees label is dat het erkenning en bescherming biedt aan de producenten. De bescherming bestaat erin dat de producenten een intellectueel eigendomsrecht verwerven over hun product. De erkenning biedt ook commerciële voordelen.
Ook de consumenten hebben voordelen bij Europees beschermde producten. Zij krijgen nl. de garantie van kwaliteit en oorsprong.
Het indienen van een Europees dossier is een zware opdracht. Vorig jaar nam de Vlaamse lauriervereniging het initiatief om voor een Europese erkenning te gaan. Onder begeleiding van het Departement landbouw en het Steunpunt Streekproducten werd het dossier opgemaakt.
Het dossier kan nu worden ingediend bij de Vlaamse overheid. Het Departement Landbouw en Visserij zorgt voor de verdere afhandeling op Belgische niveau, nadien volgt een indiening bij Europa via het Kabinet Peeters.
De Vlaamse laurier in een notendop
Uitwendige kenmerken
De Vlaamse laurier is de verkoopklare laurier (Laurus nobilis en zijn cultivars), resultaat van een zorgvuldig uitgevoerde teelt van minimum vijf jaar. Een symmetrische vormsnoei garandeert een kwalitatief hoogstaande gevulde plant verkrijgbaar in diverse vormen (bolvorm, bol op stam, piramide, piramide op stam, zuil en bijzondere vormen zoals spiralen; leivormen en gevlochten stammen).
De teelt van Vlaamse laurier vergt bijzonder veel kennis en kunde. Vergelijken we de teeltwijze van de Vlaamse laurier met die van zuiderse landen, dan valt in de eerste plaats op dat de Vlaamse laurier wordt gestekt en niet gezaaid. Op deze wijze ontstaan nakomelingen die klonen genoemd worden en hetzelfde genotype en fenotype bezitten. Ze zijn met andere woorden identiek.
Bij de teelt van de Vlaamse laurier gaat veel aandacht naar de snoei ten einde een mooi gevulde en symmetrische plant te krijgen.
Geografisch gebied
Het teeltgebied van de Vlaamse laurier behelst het aaneengesloten gebied van de bestuurlijke arrondissementen Brugge, Eeklo, Gent, Roeselare en Tielt. Het gebied kent een lange traditie van laurierteelt. Reeds in het “Cruydeboeck” van Rembert Dodoens uit 1554 duikt de streek op als uiterst geschikt voor de teelt van laurier:
“Die Laurus boomen groeyen overvloedich in Spaengien/ ende in dyerghelijcke heete landen. In dese Neerlanden wordt hy in die hoven gheplant ende met neersticheyt tswinters van die coude bewaert/ uutghenomen in Zeelant/ ende ontrent den Zee cant daert souten gront es/ want daer groeyet hy seer wel/ ende en sterft tswinters niet/ ghelijck hy doet daer den grondt suet es.”
In het “Kruydtboeck” van De Lobel Mathiass, Antwerpen 1581, wordt de link met Brugge nog duidelijker.
“Lauwerboom
De bloeme vanden lauwerboom is geelachtich groen/maer de rijpe besien zijn swert. De bladers blijven altijts groen/de welcke in tvier gheworpen ghecraeck gheveng/helijck alst sout doet. In heete landen groeyet desen boom vele int wilde:maer in Enghellant ende Nederlant niet dan ghesaeyt. D’ander soorte die graenfens draegt die en wort niet ghesaeyt/ maer set af van ionge scheuten / De welcke in Nederlant inden winter dickwils sterft/ ende niet hoogher dan ghelijct een cleyn boomfen wasset. De ghene die binnen Brugghe groeyet/mach de coude vanden winter verdraeghen/andersins is dien den anderen niet zeer ongehelijck. De bladers zijn wat bruynder.”
De traditie zette zich voort. In de Revue de ‘l’horticole Belge et Etrangère’ nr 12 van 1886 lezen we :
“C’est par de centaines de mille que dans le monde horticole, surtout en Belgique, à Gand et à Bruges, l’on élève les Laurus nobilis de si modeste origine”.
Enkele cijfers
Vóór de Eerste Wereldoorlog waren er een honderdtal siertelers die de Vlaamse laurier als hoofdcultuur hadden. Het aantal bedrijven dat laurier teelt is over de jaren heen gestaag gedaald. Vandaag zijn er nog een vijftiental bedrijven met laurier als belangrijke teelt.
Via een elftal lauriertelers die deelnemen, komen actueel een 100.000 laurieren jaarlijks in aanmerking om als “Vlaamse laurier” aangeboden te worden.
De Vlaamse laurier is lang niet alleen bestemd voor de binnenlandse markt. Al in 1959 bedroeg de exportwaarde van laurier 520 miljoen BEF om in 1973 te pieken naar 2 miljard BEF. Vandaag wordt 90% van de Vlaamse laurieren geëxporteerd, voornl. naar EU-landen. Ze zijn verder gegeerd in Rusland en ook de landen uit het Midden-Oosten tonen een toenemende belangstelling voor de Vlaamse laurier.
De Vlaamse laurier is het paradepaardje van de plantenverhuur. Ook hier geldt dat er grote interesse bestaat in het buitenland. De Vlaamse laurier duikt overal in Europa op op grote feestelijkheden zoals modeshows, grootste huwelijken tot en met het WK voetbal.
Faam
De Vlaamse laurier staat voor kwaliteit. De traditie en het vakmanschap van de Vlaamse lauriertelers vertaalt zich in een compacte vormgesnoeide plant, die grote waardering geniet.
De Vlaamse lauriervereniging
Elf lauriertelers zijn lid van de Vlaamse lauriervereniging.
- Johan Verhelst, Sijsele-Damme, tel 050/36.36.22
- André Devisch, Jabbeke, tel 050/81.17.43
- Geert Devriese, Wingene, tel 051/65.54.30
- Luc Dierick, Oostakker-Gent, tel 09/251.14.43
- Peter Goossens, Wachtebeke, tel 0495/30.10.53
- Piet Mertens, Oostkamp,tel 050/84.01.39
- Geert Platteeuw, Lichtervelde, tel 051/72.59.23
- Dominique Schrauwen, Ruddervoorde-Oostkamp, tel 050/28.17.76
- Guido Steenhuyse, Maldegem, tel 050/71.74.27
- Johan Van Hollebeke, Sijsele-Damme, tel 050/35.13.22
- Dries Naeyaert, Ruddervoorde