Minoodt - Henderickx
Als je chicoreiwortels in het donker onder een laagje aarde bewaart, vormen ze na enkele weken mooie witte eetbare scheuten.
Gespecialiseerde hoveniers in en om Brussel experimenteerden met dit gegeven en ontwikkelden de eerste mooi gekropte witloof. Dat gebeurde in de eerste helft van de 19de eeuw en betekende een revolutie voor de Brabantse tuinbouw. De eerste kroppen verschenen op de Brusselse markt in 1846, de massateelt zette zich in gang vanaf 1875. Van Brussel breidde de teelt zich uit over Midden-Brabant en zo verder naar vroegere chicoreigebieden. Zo ook naar het ‘Land van Aalst' en de zandleemgebieden van de Denderstreek waar Wilfried Minoodt zijn grondwitlof teelt. Tot de jaren zestig van vorige eeuw gebeurde de witloofteelt in open lucht, in witlooflagen die werden afgedekt met golfplaten of in een rolschuur. Met de komst van grote kweekschuren veranderden de kweekmethodes grondig.