Schuimwijn uit de Druivenstreek
In de Vlaams-Brabantse druivenstreek wordt al decennialang schuimwijn gemaakt volgens de méthode tradionnelle met de Vlaams-Brabantse tafeldruif.
Productfiche
- Herkomst: Vlaams-Brabant, druivenstreek
- Type product: wijn
- Ingrediënten: druiven, suiker en gist
Schuimwijn in de Druivenstreek
In 1865 werd in Hoeilaart de eerste druivenserre gebouwd door Felix Sohie. Later werden er ook heel wat serres gebouwd in Overijse en omliggende gemeenten. Na een bloeiende periode volgde een economische crisis. In 1955 werden er twee wijn coöperaties ‘ Isca’ en ‘Serco’) opgericht die de marktoverschotten van de tafeldruiven verwerkten tot druivensap, wijn en schuimwijn volgens de "Champenoise Methode". Met succes, er werd zelf een schuimwijnkoningin verkozen!
Door de hoge personeelskosten kwamen deze bedrijven zo’n twintig jaar later ook in de problemen terecht. Isca sloot zijn deuren in 1978, Serco volgde enkele jaren later.
Wijnproductie in familieverband
Raymond Luppens, voorzitter van de beheerraad van Isca, besloot samen met zijn zonen Flup en Pips de wijnproductie in de Druivenstreek verder te zetten in familieverband. Ze bouwden een wijnkelder naast hun bestaande serrebedrijf in Jezus-Eik/Overijse en startten met de productie van schuimwijn. Nu neemt Flup de teelt van de tafeldruiven voor zijn rekening en is Pips de wijnmaker.
Van druif tot schuimwijn
De gebruikte druiven zijn lokale marktoverschotten of minder goed gevormde of licht beschadigde druiven die niet meer als kwaliteitsfruit kunnen verkocht worden. De druiven worden eerst gekneusd waarbij zo'n 50% van het sap vrijkomt. Dat sap, uit de blauwe Royaldruiven, is wit. Wanneer de uitgelekte schillen verder worden uitgeperst krijgt de wijn een rosé-kleur. Het sap wordt gegist in citernes, na vijf maanden wordt de wijn gemengd met suiker en gist, gebotteld in champagneflessen en afgesloten met een metalen kroonkurk. Tijdens deze tweede gisting worden de fijne koolzuurbelletjes gevormd. Net zoals in de champagnestreek worden de flessen in pupiters gezet, en elke dag een kwartslag gedraaid om de gistcellen te verwijderen. Vervolgens wordt aan de schuimwijn nog een suikermengsel toegevoegd dat naargelang de dosering droge en halfdroge schuimwijn geeft. Dan krijgt de fles de definitieve kurk afgesloten met een metalen draadkorf. Het duurt zo'n 18 maanden om deze schuimwijn te maken.
De Rosé-schuimwijn Soniën is voor 100 % uit lokale Royaldruiven vervaardigd, heeft fijne belletjes, een mooie witte schuimkraag en een stevige ronde smaak, van de blauwe schil, met een vrij lange fruitige afdronk.