Cardoen: vijf generaties vakmanschap in Brussels grondwitloof
Bij tuinbouwbedrijf Cardoen in Nossegem wordt al vijf generaties lang Brussels grondwitloof geteeld. Dennis Cardoen staat ons te woord in zijn ruime loods en vertelt met passie over de teelt van zijn grondwitloof. “Het smaakverschil ontstaat door de selectie van het zaad en de teeltmethode.”
Familiebedrijf met passie voor grondwitloof
Cardoen lv is een echt familiebedrijf. “Het werd opgericht door mijn voorouder Thobias Cardoen rond 1885 in Woluwe”, vertelt Dennis. “In 2003 verhuisden we naar onze huidige locatie in Nossegem.” In 2014 nam Dennis het bedrijf over van zijn ouders. “Opgroeien deed ik tussen het witloof. Het was voor mij vanzelfsprekend dat ik het bedrijf overnam.” Vandaag kan hij nog steeds rekenen op hun hulp. In drukke periodes springt ook zijn vrouw bij. Samen zorgen ze ervoor dat het authentieke Brussels grondwitloof, erkend als Europees en Vlaams traditioneel streekproduct, zijn unieke smaak en kwaliteit behoudt. “Het verschil zit hem in de smaak, de fijne blaadjes en de afwezigheid van een harde, bittere kern.”
Traditionele teelt met oog voor kwaliteit
De teelt van Brussels grondwitloof start in mei met het zaaien. “We zaaien op 3,5 cm afstand en dunnen later handmatig uit tot de plantjes op een 7-tal cm van elkaar staan. Zo krijgen de wortels de ruimte om mooi te groeien. Onkruid verwijderen we zoveel mogelijk mechanisch of met de hand, om groeiremming te vermijden.”
Ook de dikte van de wortel is erg belangrijk. “We streven naar zoveel mogelijk wortels van dezelfde grootte. Dunne en dikke wortels hebben namelijk een verschillende groeisnelheid. Een te kleine wortel kan geen grote, stevige krop geven. Een te dikke wortel heeft dan weer een grotere kans om een krop te vormen die open gaat in plaats van mooi gepunt blijft.”
Vanaf september worden de wortels machinaal gerooid. Daarna worden ze met de hand bijgesneden en in de grond gelegd, in zogenaamde ‘lagen’, bedekt met een laag aarde van ongeveer 15 cm. “We rooien tot half december en tafelen in tot eind januari. De oogst van de kroppen start vanaf oktober, die we kuisen en verpakken tot april.”
Strikte voorwaarden voor het BGA-label
Niet iedereen kan zomaar Brussels grondwitloof telen. Voor het label ‘Beschermde Geografische Aanduiding’ (BGA) is het verplicht om eigen zaad te gebruiken, de wortels in volle grond te tafelen en volledig met aarde te bedekken. Ook de geografische ligging is belangrijk: het moet geteeld worden in regio Brussel-Mechelen-Leuven.
Cardoen teelt het zaad dus ook zelf. “We selecteren de wortels met de beste kroppen en planten deze per soort op miniveldjes. Tussen juni en augustus verschijnen er blauwe bloemen, waarna de zaden worden gevormd. Deze oogsten we met de hand en drogen we in schoven, waarna we de zaden vlegelen en reinigen.”
Trots op een eerlijk product
Wat maakt de zaakvoerder het meest fier? “Dat we in een tijd van fastfood en industriële bereidingen een eerlijk, gezond en vooral lekker product kunnen aanbieden.”
Naast Brussels grondwitloof is er ook Brabants grondwitloof, een alternatief dat met hybride zaden wordt geteeld en niet met aarde wordt afgedekt. Toch groeien ook deze kroppen met hun wortels in de grond, zonder toevoeging van voedingsstoffen tijdens de groei. Eveneens een smakelijke keuze voor wie op zoek is naar een puur product uit eigen streek.