Potjesvlees uit de Westhoek gaat voor Europees streeklabel
De “Orde van het Potjesvlees uit de Westhoek” dient een aanvraagdossier in voor een Europese erkenning van het "potjesvlees uit de Westhoek", een van de traditionele streekproducten uit West-Vlaanderen.





De Orde mikt op het Europees label BGA (Beschermde Geografische Aanduiding). Het aanvraagdossier werd op 6 december om 11.30 u overhandigd aan de Vlaamse overheid in het gemeentehuis Hof van Wyckhuize van Alveringem. Die zal de verdere procedure opvolgen. VLAM-Steunpunt Streekproducten begeleidde de Orde bij de samenstelling van het dossier.
Wat is potjesvlees?
Potjesvlees uit de Westhoek is een lichtzure vleesbereiding in een gelei. Deze gelei bevat 3 witte vleessoorten: kip (max. 70%), kalf (min. 15%) en konijn (min. 15%); de verhouding vlees/gelei is 60/40. De gelei heeft een zeer lichte kleur en bevat gekookte stukjes wit vlees, en wordt op smaak gebracht met groenten en kruiden. Ze wordt gepresenteerd in glazen bokalen, terrines of als snijvaste blokken.
Verspreidingsgebied
Het traditioneel productiegebied is "De Westhoek" en de aangrenzende kustgemeenten in de Belgische provincie West-Vlaanderen. Het gebied omvat de gemeenten: Koksijde, Nieuwpoort, De Panne, Veurne, Alveringem, Diksmuide, Koekelare, Poperinge, Vleteren, Lo-Reninge, Houthulst, Kortemark, Heuvelland, Mesen, Ieper, Langemark-Poelkapelle, Staden, Hooglede, Zonnebeke, Wervik .
Het potjesvlees uit de Westhoek is onlosmakelijk verbonden met de streek, nergens anders in België wordt dit product door lokale slagers bereid. De Westhoek deelt deze traditie wel met het aangrenzende Frans-Vlaanderen of de regio die in Frankrijk de naam Nord Pas-de-Calais draagt. Doch zijn er duidelijk verschillen die wijzen op een zeer eigen recept en traditie in de Westhoek.
Geschiedenis
De oudste geschriften over potjesvlees dateren uit de vijftiende eeuw. In Franstalige en Nederlandstalige kookboeken was toen sprake van “geley”-gerechten waarbij een gelei werd gemaakt van lams-, kalfs- en/of varkenspoten. Kip en konijn dienden om het gerecht af te werken.
Dirk De Prins en Nest Mertens leggen in hun boek “De Belgische keuken” (1995) ook een link met de Spaanse bezetting van België in de 16de eeuw. De Waalse “escavèches”, een koude, zure bereiding op basis van riviervis en het potjesvlees uit de Westhoek tonen een nauw verwantschap met de Spaanse “escabeche”. Dit Spaanse gerecht waarbij vis of vlees gemarineerd wordt in azijn en citroensap, vind je overal terug waar de Spanjaarden langskwamen, t.e.m. Zuid-Amerika, waar het bekend staat als “ceviche”.
Naast deze vroegste recepten werden geen recepten meer gevonden hoewel potjesvlees in familiale kring uitgroeide tot een heus kermisgerecht. Het gebruik van kip, konijn en kalfsvlees wijst op een feestelijke bereiding die de gewone man zich in de 19de eeuw en tot na WO II maar één of twee maal per jaar kon veroorloven. Als zomers kermisgerecht heeft het zijn voordelen: het kon in grote hoeveelheden op voorhand gemaakt worden en de toevoeging van “zuur” maakte het fris en verhoogde de bewaarbaarheid. Vroeger was het potjesvlees dan ook zuurder.
Het potjesvlees uit de Westhoek is echter zijn eigen weg gegaan en verschilt qua ingrediënten, bereidingswijze en kleur van de Noord Franse versies. In Franse studies, bijvoorbeeld in “L’inventaire du patrimoine culinaire de la France – Nord Pas-de-Calais” (1992) lezen we dat “potjevlesh” een typisch lokaal charcuterieproduct is. Hier spreekt men van een product met 4 vleessoorten: konijn, kip, kalf en varken; en een product dat goudkleurig tot bruin moet zijn. Een studie van de Ecole Polytechnique Universitaire de Lille uit 2004 bevestigt voorgenoemde eigenschappen nl. het gebruik van verschillende vleessoorten inclusief varkensvlees en een goudbruine saus/gelei.
In de Westhoek daarentegen streeft men naar een zo wit mogelijk product:
- met enkel het witte vlees van kip, konijn en kalf
- een heldere en licht gekleurde bouillon als basis voor de gelei
- het gebruik van azijn of citroen heeft ook invloed op de witte kleur van de bereiding.
Know-how
De know-how werd sinds eeuwen opgebouwd door de huisvrouwen uit de Westhoek. Pas na WOII namen de lokale beenhouwers de bereiding over van de huisvrouwen en werd het potjesvlees het jaar rond geproduceerd. Enkelen gingen ook van start met een productie op een wat grotere schaal zodat ook toeristen potjesvlees uit de Westhoek leerden kennen. Deze lokale beenhouwers behielden het traditionele recept en de ambachtelijke werkwijze. Dankzij de vakmensen vindt het streekproduct sinds kort zijn weg naar vakwedstrijden en werden prijzen gehaald op Slavakto in Utrecht en de Belgische Meat&Fresh Expo. Om hun traditioneel product nog meer onder de aandacht te brengen besloten de lokale slagers zich te verenigingen in de Orde van het potjesvlees uit de Westhoek en een gezamenlijke aanvraag in te dienen voor de erkenning van potjesvlees uit de Westhoek als traditioneel Vlaams streekproduct. Deze erkenning kwam er in september 2008.
Meerwaarde Europees label
Een Europees erkenningslabel heeft een belangrijke meerwaarde voor de Orde. Het betekent een erkenning van de kwaliteit en authenticiteit van het product en gaat gepaard met het intellectueel eigendomsrecht. Een Europees label vertaalt zich gewoonlijk ook in een hogere afzet van het product..
Orde van het Potjesvlees uit de Westhoek
Volgende streekproducenten zijn lid van de “Orde van het Potjesvlees uit de Westhoek”:
- Coopman – Nieuwstraat 30 –8690 Alveringem
- De Veurn’ Ambachtse – Kaatsspelstraat 5 – 8690 Alveringem
- Dierendonck – Strandlaan 331 – 8670 Sint- Idesbald
- Missiaen – Zuidstraat 56 – 8630 Veurne
- Ortwin & Patricia – Ooststraat 17 – 8630 Veurne
- Pio en Sabien – Brugse Steenweg 107 – 8630 Veurne
- Jan Roggeman – Noordstraat 71 – 8630 Veurne
- Sohier – Veurnestraat 24 – 8970 Poperinge
- Stroobant – Fortem 35 – 8690 Alveringem
Voorzitter van de Orde is Joris Missiaen.Tel 0474/43.37.76